Vetten: welke soorten zijn er en wat zijn de functies ervan?

Je hebt het doel om gewicht te verliezen, gespierder te worden en/of om lekkerder in je vel te zitten. Inmiddels weten we dat voeding een belangrijke pijler is als we ons een dergelijke wens of doelstelling opleggen. Vetten behoren tot de macro’s en iedereen zegt er het zijne van. Grote kans dat je weet dat er verschillende vetten zijn.

Wij van buikspieren.nl kunnen voorstellen dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Om die reden leggen we je graag op een eenvoudige manier uit wat vetten nu eigenlijk zijn, de opbouw ervan en welke vetten goed en welke minder goed zijn. Ook krijg je een overzicht van voedingsmiddelen die rijk zijn aan vetten en die prima zijn als je bijvoorbeeld de wens hebt om af te vallen.

Wat zijn vetten?

Voordat we ingaan op de functie van vetten, is het goed te weten wat vetten nu eigenlijk zijn. Hiervoor is het belangrijk dat je een beetje weet hoe de chemische structuur van vetten is opgebouwd. Vetten zijn een stofklasse van organische verbindingen van glycerine. Dit een een drievoudige alcohol met vetzuren. Een ander woord voor deze verbinding is triglyceride. De grootste groep natuurlijke vetten die er zijn, zijn mengsels van triglyceriden. Elke triglyceride bestaat uit een molecuul glycerine en drie vetzuurmoleculen. Dit zijn de verzadigde vetzuren, de enkelvoudig onverzadigde vetzuren en de meervoudig onverzadigde vetzuren. Vetzuren kunnen door de voeding worden opgenomen in de vorm van plantaardige vetten en dierlijke vetten, maar kunnen ook door de cellen zelf worden aangemaakt.

Vet wordt ook wel ‘’lipide’’ genoemd. Vertering van vet is een langdurig proces. De vertering begint in de dunne darm, nadat gal en pancreassap met de voedselmassa zijn vermengd. Ze zorgen ervoor dat vetten worden omgezet tot een melkachtige oplossing. Een vetsplitsend eiwit zorgt voor het splitsen van de vetmoleculen tot mono glyceriden en vrije vetzuur.

Wat zijn vetten?

Voordat we ingaan op de functie van vetten, is het goed te weten wat vetten nu eigenlijk zijn. Hiervoor is het belangrijk dat je een beetje weet hoe de chemische structuur van vetten is opgebouwd. Vetten zijn een stofklasse van organische verbindingen van glycerine. Dit een een drievoudige alcohol met vetzuren. Een ander woord voor deze verbinding is triglyceride. De grootste groep natuurlijke vetten die er zijn, zijn mengsels van triglyceriden. Elke triglyceride bestaat uit een molecuul glycerine en drie vetzuurmoleculen. Dit zijn de verzadigde vetzuren, de enkelvoudig onverzadigde vetzuren en de meervoudig onverzadigde vetzuren. Vetzuren kunnen door de voeding worden opgenomen in de vorm van plantaardige vetten en dierlijke vetten, maar kunnen ook door de cellen zelf worden aangemaakt.

Vet wordt ook wel ‘’lipide’’ genoemd. Vertering van vet is een langdurig proces. De vertering begint in de dunne darm, nadat gal en pancreassap met de voedselmassa zijn vermengd. Ze zorgen ervoor dat vetten worden omgezet tot een melkachtige oplossing. Een vetsplitsend eiwit zorgt voor het splitsen van de vetmoleculen tot mono glyceriden en vrije vetzuur.



Verzadigde vetten

Verzadigde vetten zitten over het algemeen in dierlijke producten zoals melkproducten en vlees, maar ook in frituur- en bakvet. Deze vetten zijn niet essentieel, ofwel deze heeft het lichaam niet perse nodig. Het lichaam kan verzadigde vetten moeilijk verteren. Ze zetten zich voornamelijk als vetreserve af.



Enkelvoudig onverzadigde vetten

Enkelvoudig onverzadigde vetten komen vooral in goede plantaardige oliën voor zoals: olijfolie, zonnebloemolie of bijvoorbeeld distelolie. Deze vetten zijn ook niet essentieel, maar het lichaam heeft ze nodig om andere belangrijke stoffen te maken.



Meervoudig onverzadigde vetten

Dit zijn essentiële vetzuren. Deze heeft het lichaam echt nodig en zijn onmisbaar. De belangrijkste zijn omega 3 en omega 6 vetzuren. Ze zitten in koudwatervissen zoals haring, forel, zalm, paling, maar ook in sojaolie of koolzaadolie. Deze vetten kunnen hartziekten voorkomen en zijn dus super belangrijk in je dagelijkse voeding.



Welke functie hebben vetten in het lichaam?

Vetten hebben in het lichaam een aantal belangrijke functies. Zo dienen vetten o.a. als vetreserve of vetopslag, ze zijn energieleverancier, ze beschermen tegen kou, dienen als transportmiddel voor vetoplosbare vitamines, zijn een buffer ter bescherming van de organen en zijn bestanddeel van de celmembranen.



Transvet(zuren)

Transvetzuren zijn vooral afkomstig uit geharde vetten. Dit is een chemisch proces waarbij waterstof wordt toegevoegd. Het voordeel is dat de houdbaarheid vergroot en dat de samenstelling steviger wordt. Het grote nadeel is dat er bij dit proces transvetzuren ontstaan. Ze zijn veel te vinden in gefrituurde producten en bakproducten. Friet, koekjes, chips, bak- en braadvet zijn voorbeelden van producten die rijk zijn aan transvet. Het mag duidelijk zijn dat transvet nog slechter is dan verzadigd vet.



Dierlijke vetten

Boter is misschien wel de meeste bekende. Zoals je misschien weet wordt boter gemaakt uit de room van koemelk. Boter moet zo’n 80% melkvet en zo’n 16% water bevatten. In boter zitten belangrijke eiwitten, mineralen, vitaminen en cholesterol. Ook heeft het een hoog gehalte aan oliezuur en verzadigde vetzuren. Ander dierlijk vet vinden we in vleeswaren en vlees van runderen, varkens, maar ook de  vetten van zeedieren. Deze bevatten een hoog gehalte aan omega 3 vetzuur. Dit vetzuur levert een positief op de gezondheid.



Plantaardige vetten

Het gaat bij de plantaardige vetten met name om de plantaardige oliën. Deze worden gewonnen door het uitpersen van planten en de zaden. Ze zijn gezonder dan dierlijke vetten, aangezien ze vaak een hoger gehalte aan onverzadigde vetzuren hebben. Margarine wordt ook tot de plantaardige vetten gerekend. Andere producten zijn: olijfolie, zonnebloemolie, distelolie en koolzaadolie.



Cholesterol

In vet komen meerdere stoffen voor en één ervan is cholesterol. Het lichaam is in staat om cholesterol zelf aan te maken. Het menselijk lichaam krijgt daarnaast veel cholesterol toegevoerd door het eten van dierlijke vetten. De stof is onwijs belangrijk voor verschillende functies in de stofwisseling. Er zijn simpelweg twee soorten cholesterol te onderscheiden: HDL en LDL. HDL is goed cholesterol omdat het op vet lijkende stoffen van de cellen naar de lever transporteert waar ze worden afgebroken en afgevoerd. Meervoudig onverzadigde vetzuren verhogen het HDL gehalte. LDL is slecht cholesterol omdat het de neiging heeft om aan de wanden van de bloedvaten af te zetten. Dit draagt bij aan aderverkalking. Het eten van producten met veel verzadigde vetzuren verhoogt het LDL gehalte in het bloed.



Toepassing van vetten

Vetten worden toegepast voor consumptie als voedingsmiddel en voor de bereiding ervan. Ze worden ook gebruikt voor het conserveren van voedingsmiddelen. Voorbeelden hiervan zijn visconserven, olijven, ingemaakte groenten, kruiden, knoflook en zeevruchten. Het is zelfs zo dat plantaardige oliën sinds kort chemisch worden omgezet in biodiesel.



Hoeveel vet mag ik op een dag?

De dagelijkse behoefte aan vetten is gemiddeld 0,7 tot 0,9 gram per kg lichaamsgewicht. Elke gram vet komt overeen met zo’n 9 kcal. Vetten leveren zo’n 30 tot wel 45% van de totale energietoevoer. Dagelijks zou dit ongeveer 30% moeten zijn. Het is dan vooral belangrijk om het aandeel verzadigde vetten hierin te verminderen en het aandeel aan onverzadigde vetzuren te verhogen. Het is goed te weten dat de behoefte aan vet afhankelijk is van de totale energiebehoefte. Deze verschilt afhankelijk van leeftijd, gewicht, lichamelijke inspanning en de temperatuur.

Vetten per 100 gram


Conclusie

Vet is absoluut niet slecht voor je lichaam. Sterker nog, je hebt vet nodig om goed te kunnen functioneren. Vet heeft een aantal belangrijke functies in het lichaam, waaronder het beschermen van de inwendige organen. Het is belangrijk dat je let op verborgen vetten. Het grootste deel moet uit plantaardige vetten komen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.